zaterdag 7 februari 2015

Keramiek van Petrus Regout

Een deel van het P. Regout aardewerk.
Case 07: Petrus Regout. In een bekende kustplaats in Nederland vond een groot infrastructureel project plaats direct aan de boulevard. Tijdens de archeologische begeleiding van de graafwerkzaamheden werd een grote hoeveelheid keramiek aangetroffen.  Een deel van dit aardewerk was van het merk Petrus Regout, in veel opzichten de belangrijkste keramiekfabrikant van Nederland in de 20e eeuw.

Vermoedelijk gebruikten vrijwel alle hotels en uitspanningen daar op de boulevard op enig moment tafelwaar van Regout in hun bedrijfsvoering. En wat kapot ging, verdween kennelijk regelmatig op het strand, of andersom. De verzameling bevatte een grote verscheidenheid aan 'beeldmerkjes' die te dateren zijn (zie foto) en bood een prachtig doorkijkje in de geschiedenis van dit stadje als badplaats. Likkebaardend zagen historisch geïnteresseerden langs de kant van de werkput toe hoe deze vondsten één voor één in de zakjes van de archeoloog verdwenen: "Wat een heerlijk onderzoek zou het zijn om uit te zoeken in welke hotels uit het verleden dit goed ooit op tafels had gestaan, hotels die de oudste bewoners zich nog net herinneren uit hun jeugd. Uit de merkjes was misschien wel de hele geschiedenis van de boulevard van de 20e eeuw te volgen."

Echter, de formele verplichting die deze archeoloog had vanuit wat hem vanuit wat hem was opgedragen, mocht dat soort aardewerk absoluut niet verzameld worden! Die moderne rommel zou het project ten slotte veel te duur maken, viel dus buiten het Programma van Eisen en het "kan toch niet zo zijn dat een grote projectontwikkelaar de hobby van archeologen gaat financieren?"

Of de archeoloog zich op dat moment bewust was van de Ethische Code van de Nederlandse Vereniging van Archeologen vertelt het verhaal niet. Deze code zegt namelijk dat "de inhoudelijk professionele archeoloog heeft [...] een unieke verantwoordelijkheid tegenover collega’s en samenleving in het beoordelen of en in hoeverre buiten programma’s van eisen vallende periodes en aspecten toch onderzocht moeten worden. Vanuit zijn deskundigheid zal dit beginsel hem of haar bij twijfel ten voordele laten beslissen van de niet voorziene lagen, perioden en aspecten." (zie de website van de NVVA). Geïnspireerd door deze code of niet, de archeoloog zag een verhaal in deze scherven en besloot ze te bewaren. 

Maar alas, zoals dat gaat in het archeologische proces is zo'n beslissing meestal een vergissing. De vondsten, die niet geregistreerd mochten worden op last van het Programma van Eisen, vielen in feite administratief buiten de boot. Als dat eenmaal gebeurd is, wordt het ook praktisch heel lastig ze op een goede manier nog weer in te voegen. Op alleen al de rompslomp die dat soort pogingen met zich mee kunnen brengen kon het archeologische project failliet gaan. Kortom: het systeem dicteerde:  "Heel mooi archeoloog dat jij een verhaal ziet dat van belang kan zijn voor die stad, maar als je dat wil uitzoeken, dan doe je dat maar op een zondag in je eigen tijd. Morgen sta jij gewoon weer elders in de klei..."

De conclusie van dit verhaal is dat de archeoloog geen tijd vond uiting geven aan zijn hoofdtaak:  het vertellen van het verhaal en het behouden van potentieel (lokaal) waardevol erfgoed. Het zakje met scherven bleef liggen, en liggen, en liggen, tot de archeoloog het in wanhoop en met het oog op de aanstaande voorjaar opruiming het over droeg aan de Dienst, in de hoop dat zij dit erfgoed toch konden ontsluiten.


De Dienst is echter geenszins van plan dit object werkelijk in behandeling te nemen. Als het archeologisch bevoegd gezag in feite al een uitspraak heeft gedaan dat dit soort vondsten niet belangrijk zijn, dan doet de Dienst waar zij goed in is: zij volgt die beslissing en verschroot het materiaal. Kuststadje X heeft pech gehad, en daarmee uit.

Case closed: object 7, de collectie scherven Petrus Regout, is op heden 7 februari ter recycling aangeboden en vernietigd. 







Societe Ceramique.

Petrus Regout circa 1899.











Beeldmerk van het veel zeldzamere F. Regout, circa 1890-1894.






zondag 19 oktober 2014

James Bond als erfgoed


Case 06: James Bond VHS videoband uit 1999

Heden is als case geopend een videoband van het type VHS met een film in de James Bond serie uit 1999: "The world is not enough."

Het object van deze case had de Dienst al enige tijd op de plank liggen in afwachting van een breed onderzoek naar de erfgoedwaarde van historische beeld- en geluiddragers. Echter, met het verschijnen van een heuse expositie over James Bond in de Kunsthal stelt de Dienst zich nu de vraag of ook deze VHS beelddrager met film als erfgoed kan gelden, door haar inhoud.

In de komende periode zal de Dienst de erfgoedstatus van het object onderzoeken.


donderdag 7 augustus 2014

Attentie: uw graf is over de vervaldatum

Case 05: Vervallen Graven.

Deze maand zal de Dienst haar rol vervullen ten aanzien van het vervallen van een groot aantal graven op de Algemene Begraafplaats in Wageningen, in de provincie Gelderland. De Dienst onderzoekt of hier sprake is van erfgoed en welke rol erfgoedrecycling heeft in relatie tot de omgang met de materiële resten van een graf en een mensenleven.

1.1 Introductie

Op basis van eigen veld- en bureauonderzoek voorafgaand aan het recyclingstraject komt de Dienst tot een aantal eerste observaties en gedachten. Onze telling wijst uit dat 149 graven op 12 september 2014 in één keer vervallen. Op de meeste graven is een grafsteen aanwezig met namen van de aldaar begraven personen. Bij sommige graven is de steen reeds verwijderd, waardoor niet meer te zien is wie er ligt.

De Dienst stelt zich de volgende vragen:
  • Wat is betekenis van het grafrecht in relatie tot erfgoedwaarde? In het  grafrecht staan de algemeen geldende bepalingen rond de omgang met graven en stoffelijke resten.
  • Welke andere emotionele, fincanciële of andere mogelijke waarden zijn er  in het geding zijn bij een graf en het vervallen daarvan?
  • Hoe verhoudt de feitelijke omgang met de materiële resten van het graf - of een mensenleven -  zich ten opzichte van de bovengenoemde waarden? 
Het grafmonument en de stoffelijke resten vormen het (laatste?) materiële overschot van een afgelopen mensenleven. Betekent het vervallen van een graf dat ook de vervaldatum voor de waarde van de stoffelijke resten is verstreken? Of mogelijk de waarde van de hele persoon zelf?


1.2 Survey

In de maand augustus heeft de Dienst alle te vervallen graven in kaart gebracht. Bij de ingang van de Algemene Begraafplaats hangt een plattegrond met alle grafvakken en grafnummers. Door deze kaart vooraf te fotograferen en digitaal te georefereren op een tablet was mogelijk om tijdens de inventarisatie met GPS over de begraafplaats te navigeren. Dit was nog niet voldoende voor een succesvolle inventarisatie, want om exact bij te houden voor welk grafnummer we stonden waren geprinte detailkaarten onmisbaar. Ook was het nodig om met pen de gelopen route bij te houden, omdat de medewerkers anders snel het overzicht kwijt raakten. Aangezien alle graven die gaan vervallen met een bordje zijn gemarkeerd, was het eenvoudig deze op te sporen. Onwillekeurig vroegen de medewerkers van de Dienst zich direct af of het verplaatsen van een bordje naar een naburig graf direct vreselijke gevolgen zou hebben bij de aanstaande ruiming van de stenen, of het graf. Daarover later meer.

Niet eenvoudig
Toch bleek het soms niet eenvoudig het juiste nummer bij een graf te vinden. De kaart die was aangebracht bij de ingang, bleek geen feitelijke kaart van de begraafplaats te zijn, maar gebaseerd op hoe graven oorspronkelijk waren geplanned bij het ontwerp aan het bureau (van de architect?) Zo zijn op de kaart per vak bijvoorbeeld grafnummers 1 tot en met 1000 ingetekend in de grafvakjes, maar in het veld blijken lang niet alle graven aanwezig, met soms grote gevolgen voor vindbaarheid van het juiste graf. De volgorde van de nummering wekt de schijn dat deze niet door de architect is ingevuld, maar in - mogelijk meerdere- latere fase en opnieuw gebaseerd was op de niet-feitelijke kaart, wat ook weer vertekening geeft in het veld. Zo liggen paden soms op precies de verkeerde plek van waar men ze volgens de kaartnummering intuïtief zou verwachten. Deze aannamen vragen om nader onderzoek.


Soms kwam het voor dat in een lange rij graven de eerste op de kaart ingeplande grafplaats niet in gebruik was. Mogelijk wilde niemand op de eerste plek in de rij begraven worden, of is het eerste graf al eens vervallen en geruimd. Door de kaart te vergelijken met de realiteit was dan te zien dat gravenrij niet op de aangegeven plek begon, maar bijvoorbeeld één of twee plaatsen later. Het gevolg was dat de medewerker van de Dienst gemakkelijk fouten maakte in de nummering. Bij het tellen gaf de medewerker dan het eerste graf in rij onjuist nummer 1, omdat in het veld niet makkelijk te zien was dat dit eerste graf in feite graf 2 was op de kaart. Deze fout herhaalde zich dan bij het tellen de gehele rij. Pas aan het eind van de rij kwam de medewerker dan soms tot de conclusie dat er iets niet klopte, en van sommige graven weten we nog steeds niet zeker of ze van ons het juiste nummer hebben gekregen. Deze problematiek onstaat alleen als men  in het veld een graf probeert te vinden op basis van het grafnummer alleen: de Dienst is nieuwsgierig hoe de beheerders dit doen, maar we veronderstellen dat het ook hen alleen kan lukken het juist graf te vinden doordat zij beschikken over een lijst, waarin ook de personen staan aangegeven per locatie, zodat elke grafplek niet alleen gevonden kan worden op basis van nummer, maar ook door te kijken naar de naastliggende personen.

Het mysterie van de nummerstenen
Een andere reden voor vergissingen tijdens de inventarisatie was dat in sommige vakken het grafnummer met een kleine losse steen was aangebracht aan een zijde naast het graf ter grote van een baksteen. Omdat de ruimte beperkt was, lag de nummersteen dus effectief tussen twee graven in een ruimte nauwelijks breder is dan de nummersteen zelf. Hierdoor was niet meteen zichtbaar of de nummersteen bij het linker, of het rechter graf hoorde. Soms wisselde de positie van de stenen binnen één rij graven van de linkerzijde zijde na een onderbreking - van bijvoorbeeld een paar geruimde graven- naar de rechterzijde. Soms leek bovendien of iemand zich deze verwarring had gerealiseerd en een aantal stenen op rij bewust had verplaatst, zodat het een beter leek te kloppen. Echter, aan het einde van zo'n rijtje verplaatste stenen lagen er dan soms ofwel 2 boven op elkaar, of lag helemaal geen nummersteen, alsof de goede bedoelingen waren gestrand in de gedachte "Nu weet ik het ook niet meer". In sommige rijen kwamen onze medewerkers tevens door te tellen tot de conclusie dat de eerste grafplaats niet was gebruikt, waardoor mogelijk alle graven in die rij anders genummerd waren dan op de kaart stond. Opnieuw vroegen wij ons af of dit bij het onderhoud en administratie van de graven geen problemen kan geven.

Voor een overzichtskaart van alle te vervallen graven zie de figuur hieronder. 

Alle graven die zijn aangegeven met een rode stip vervallen op 12 september. Klik op de afbeelding voor een grotere versie.





zaterdag 29 maart 2014

Lot Duitse Helmen (BoVo)

Duitse helm en profil
Case 04: lot Duitse Helmen (BoVo). 

Heden is aan ons overgedragen een lot van 3 Duitse helmen uit BoVo context. De helmen zijn achtergebleven na archeologische werkzaamheden met betrekking tot de Tweede Wereldoorlog. De archeologen wilden na afronden van metaaldetectie werk de helmen niet meenemen als studieobject omdat ze dit 'te modern' vonden en men twijfelde aan de wetenschappelijke waarde. Ze zijn daardoor op de werkplek achtergelaten en door de Dienst verzameld.

Naast de Duitse helmen zijn ook nog een mogelijk Engelse helm en een helm die een beetje lijkt op een Frans model uit de Eerste Wereldoorlog. Het exacte type is ons niet bekend.

De helmen zijn in erg goede staat. Ze bezitten allemaal nog een volledig binnenwerk, wat na zoveel jaren meestal een zeldzaamheid is. Ze bevatten alleen wat sporen van zand en klei en krassen van gebruik. Desondanks zijn ze niet meer inzetbaar en kunnen niet meer worden gedragen.

Achtergrond 

De helmen zijn alle gestempeld met met een code die het productiejaar en fabrikant geeft. De Duitse helmen zijn geproduceerd door 'Schubert Germany'. Een andere helm van het merk 'Protector' en de laatste helm is geproduceerd door 'MSA'.

Een BoVo
De helmen zijn afkomstig uit BoVo (BodemVorser) context, wat betekent dat deze helmen daadwerkelijk zijn gedragen bij de uitvoering van  archeologisch onderzoek, in dit geval op commerciële basis. De foto rechts toont een van de BoVo's die bij het onderzoek betrokken was.

Commercieel archeologisch onderzoek bestaat pas effectief sinds ongeveer het jaar 1998. Daarvoor was archeologisch onderzoek hoofdzakelijk het domein van de universitaire wetenschap en de Archeologische Werkgroep Nederland (AWN) die beiden in de praktijk nauwelijks onder het bereik van de Arbowet vielen. Vanaf 1998 veranderde dit natuurlijk en moesten ook archeologen steeds strikter voldoen aan Arbonormen. Bijzonder is nu dat het productie jaar van de MSA helm 1997 is. Dit maakt het op dit moment de vroegst bekende bouwhelm uit de commerciële archeologie! (En mogelijk de gehele Nederlandse archeologie! Eerder helmen zijn de Dienst niet bekend, vragen hierover zijn gesteld aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.) De lot helmen is daarmee in zekere zin uniek. Een bijkomende bijzonderheid is dat de deze helm naar huidige Arbomaatstaven maar liefst 14 jaar over de houdbaarheidsdatum is voor veilig gebruik! Hij mag dus al sinds 2000 niet meer worden gebruikt bij werkzaamheden. Desondanks was de helm tot deze maand nog altijd in gebruik en ruikt niet al te fris.

De andere helmen zijn ook gedateerd, maar veel jonger (2007 en 2008; zie foto's).

Duitse helmen in de archeologie

In principe worden in de archeologie alle typen standaardhelmen gebruikt die ook bij werkzaamheden in de bouw voorkomen: ze hoeven dus niet perse Duits te zijn, maar uit wetenschappelijk onderzoek is bekend is dat sommige archeologen sinds ongeveer 2008 een opmerkelijke voorkeur hebben voor specifiek Duitse helmen.

Beknopt onderzoek met Google maakt verder duidelijk dat er waarschijnlijk tientallen modellen helmen in omloop zijn in Nederland: er werden in enkele minuten 15 duidelijk verschillende typen onderscheiden. Een grote aanbieder van veiligheidsmiddelen biedt op de eigen website al 10 verschillende modellen aan. Een complete archeologisch verantwoorde typologie van helmen ontbreekt vooralsnog. De conclusie van is dus weer eens dat archeologen  alles weten van Romeinse helmen, maar niks van hun eigen helmen.

Erfgoedstatus

De helm is het jongste object  dat de Dienst Erfgoedrecycling in behandeling neemt. Net als in de archeologie is leeftijd geen criterium voor de Dienst om erfgoed wel of niet aan te nemen. De zinnen over de 50 jaar grens zijn immer in 2012 geschrapt uit de Monumentenwet, waarmee er veel meer ruimte ontstaat om zaken al dan niet als monumentaal aan te merken.  Niet alleen komen nu ook jongere objecten in aanmerking - zoals bijvoorbeeld erfgoed uit de Koude Oorlog, of het erfgoed van rampen in de vastgoedsector zoals de bekende 'Vinex wijk' waarvan binnenkort de eerste museaal beschermde status verkrijgt om ook jongeren ook in 2030 te kunnen laten zien hoe vreselijk het verleden was - maar ook komen oudere objecten minder automatisch in aanmerking om monument te worden.

Onze verwachting is dan ook dat de Dienst het in de komende jaren zeer druk krijgt met het verschroten van de inventaris van provinciaal archeologische depots, en het recyclen van hunebedden in Drenthe tot steenslag voor snelwegen en om plaats te maken voor broodnodige goedkope huurwoningen.

Blijft de vraag staan of er in het geval van deze Duitse helmen sprake is van erfgoed. Hiervoor moet er een vorm van overerving aanwezig zijn, zoals het woord erf-goed verondersteld. Er moet iets worden overgedragen door, met, of via het object, als representant of symbool van enige vorm van (substantiële) waarde. Het gegeven dat het hier mogelijk de oudste, of langst in gebruik zijnde helm uit de commerciële archeologie betreft kan een waarde uitdrukken, net als de achtergrond dat deze helmen (letterlijk) het bloed, zweet en tranen bevatten van de mooie en vreselijke kanten van het werk in de archeologie. De Dienst zal de waarden verder onderzoeken, evenals de kansen van een eventueel herplaatsingstraject. Als eerste stap zal een advertentie worden geplaatst op Marktplaats voor de primaire peiling: http://link.marktplaats.nl/m794004784

Evaluatie

29 mei 2014: De Marktplaats advertentie heeft twee rondes uitgestaan en werd in de eerste week al meer dan 500 keer bekeken. Dit om maar aan te geven dat dit tot nu toe de meest succesvolle herplaatsingscampagne is van de Dienst, qua publieksbereik. Na de eerste verlenging trok de advertentie minder aandacht, maar in totaal bezochten 910 mensen de advertentie. Duitse helmen zijn blijkbaar populair!

Een aantal lezers mailde de Dienst direct om hun interesse aan te geven en vroeg wat de helmen moesten kosten en of er foto's. Daarbij bestond bij de Dienst wel de indruk dat deze mensen niet op de webpagina gekeken hadden, want hieronder staan de foto's immers weergegeven. De mensen die wél op de weblink gekeken hadden en die de moeite namen te mailen reageerden vreemd genoeg met 'Haha' of 'Zeker een grap, het moet niet gekker worden.'

In juni 2014 was de advertentie meer dan 900 keer bekeken. Geen van de geïnteresseerden heeft uiteindelijk een serieus bod gedaan, wat bij de Dienst tot de conclusie heeft geleid dat  de helmen niet herplaatsbaar zijn noch in aanmerking komen voor erfgoedrecycling. De helmen zullen dus op basis van de waarde van hun materialen worden verschroot.

12 december 2015: Case closed. De helmen zijn gerecycled. 

Lot van 3 Duitse helmen en twee andere

Duitse helm onderzijde


Duitse helm met productiestempel

Helm uit 1997, mogelijk de oudste helm in gebruik in de commerciële archeologie in Nederland

Stempel helm uit 1997

Helm van Protector uit 2008

Helm uit 2008 stempel




vrijdag 24 januari 2014

Leifheit Rotaro

Case 03: Heden is bij de dienst aangemeld een exemplaar van de Leifheit Rotaro. Het exemplaar is vermoedelijk afkomstig uit het gemeentehuis Woudenberg en na diverse omzwervingen afgeleverd bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Deze heeft het via het Ministerie IOGZ doorgezonden aan de Dienst. In de komende periode zal de Dienst de erfgoedstatus en herplaatsingskansen van object 03 onderzoeken.


Beschrijving

De Rotaro is een schoonmaakhulpmiddel voor in het huishouden. In feite is het een gemechaniseerde bezem, die met behulp van een aantal tandwielen en overbrengers, de rolbeweging van de wielen omzet in een veegbeweging van de borstels, die huisstof in een opvangbak stuwen.

Het lichaam van deze rotaro is een metalen kast van 25 x 25 cm, met plastic onderdelen. Een beugel uit de zijden van de kast verbind het lichaam met een metalen steel van 95 cm  handvat, bestaande uit vier in en uit elkaar te schroeven delen, waarvan de bovenste een wit kunstoffen handgreep bevat. De delen van de steel zijn elk 22 cm lang, waardoor de gehele Rotaro na demontage vermoedelijk handig in een kleine doos paste.

De kast bevat aan de bovenzijde en witte schuifknop die de stand van de borstels regelt . De onderzijde bevat 6 met rubber omvatte wielen en 3 borstels, waarvan er 2 horizontaal vegen, en 1 verticaal. Verder bevat de onderzijde 2 kleppen, waarin het opgevangen stof terecht komt en kan worden afgevoerd.

Dit exemplaar is uitgevoerd in de kleuren oranje en wit. Opvallend is het ontbreken van plastimarks, waaruit de datering kan worden afgeleid.

 

Bronnenonderzoek

In onderzoek.

Modernere uitvoering 2014
  • Opvallend is dat de Rotaro in diverse nieuwe uitvoeringen nog steeds wordt verkocht bij vele aanbieders in prijs variërend van circa 40 tot 80 euro. Zie hier voor een voorbeeld.
  • Tweedehands werd op 24 januari 2014 op Marktplaats in 1 advertentie een Rotaro van dit type aangeboden met vrije biedingen. Twee dagen na plaatsing was nog 0 keer geboden.

Op Youtube werd één reclame voor de Rotaro gevonden op het kanaal van Leifheit zelf. Het getoonde type komt overeen met door de Dienst onderzochte object. Dit zou de datering van het object plaatsen in de jaren 60, want aansluit bij de kleurstelling van dit model.


Reclame van Leifheit voor de Rotaro uit de jaren 60.http://www.youtube.com/watch?v=x1FU1ecErts



De Leifheit Regulus is een vergelijkbaar apparaat, maar met andere borstelopzet. http://www.youtube.com/watch?v=OtKKkw6dEaE

 

Erfgoedstatus

De Leifheit Rotaro is een kenmerkend product voor de jaren 60 en verder. Beknopte rondvraag maakte duidelijk dat mensen ouder dan circa 45 het object direct herkennen uit hun jeugd. Zeker de oudere versies, in de kleuren oranje en groen, roepen daardoor een zeker sentiment op. Op grond hiervan heeft object 03 voor die doelgroep zeker enige waarde.
Op Marktplaats worden de Rotaro's geregeld aangeboden. Een aanbieder probeert het als  Retro Brocante te vermarkten, zonder resultaat op zijn vraagprijs van 12,50 euro na 3 weken. Andere aanbieders hebben meer succes en krijgen biedingen van 5 tot 15 euro. Aangezien naast de klassieke versie ook de nieuwere wordt aangeboden, stellen we hier dat de waarde van de klassiekers vooral zit in de waarde voor verzamelaars met een voorkeur voor huishoudelijk apparaten of een specifieke interieurstijl. Het object heeft daarmee erfgoedwaarde.

Recycling

De in de markt geboden prijs overstijgt echter nauwelijks de verzendkosten van het object 03 en aangezien het niet zeldzaam is, wordt herplaatsing niet uitgevoerd. Object 03 zal ten gevolge van deze beslissing direct worden overgedragen ter recycling.

In maart 2014 is object 03 aangeboden voor recycling. De werkplaats van de Dienst heeft de Leifheit Rotaro door toepassing van irreversibele demontage teruggebracht tot zijn ruwe grondstoffen. De Rotaro bestond uit totaal 53 onderdelen waarvan:
  • Metalen: 19 delen, 1100 gram, minstens 4 legeringen
  • Plastics: 27 delen, 850 gram, minstens 5 soorten kunststof
  • Rubber: 3 delen (3 delen ontbraken), totaal 10 gram
  • En drie varkensharen of kunststof haren borstels (gewicht inbegrepen bij plastics)
De delen zijn gescheiden aangeboden voor recycling.




Case gesloten, 11 maart 2014

 

woensdag 27 november 2013

Vintage Exemplaren van "The Linking Ring"

Case 02: Heden is aan de Dienst overgedragen een serie ingebonden volumes van het tijdschrift 'The Linking Ring' van 1947 t/m 1971 (case 02). De boeken werden onbeheerd aangetroffen in een goot langs de openbare weg en door een passant opgebracht bij ons bureau. Na proces verbaal te hebben opgenomen zijn de boeken tijdelijk ingeschreven in het depot van de Dienst.



 

Achtergrond

The Linking Ring is het tijdschrift van de The International Brotherhood of Magicians, een vereniging voor goochelaars en illusionisten, opgericht in 1922. Volgens wikipedia heeft de vereniging leden in 88 landen die elkaar ontmoeten in gezelschappen die 'Rings' genoemd worden.

 

Inventaris in ons depot

  • Volume 27 - 1947 - no 8 en dan verder met Volume 28 -1948-  no 7 to 12 -zonder omslagen
  • Volume 30 - 1950 - no 7 to 12 compleet
  • Volume 31 - 1951 - no 7 to 12 - compleet (with covers)
  • Volume 31 - 1951 - no 7 to 12 - zonder omslagen
  • Volume 32 - 1952 - no 1 to 6 - zonder omslagen
  • Volume 32 - 1952 - no 7 to 12 - compleet
  • Volume 33 - 1953 - no 1 to 6 -compleet
  • Volume 40 - 1960 - no1 to 5  compleet
  • Volume 40 - 1961 no 11 to 12 en dan verder met volume 41 - 1961 - no 1 to 4, all with covers
  • Volume 51 - 1971 - no 7 to 12 -compleet

Erfgoedstatus

De boeken zijn in goede staat, maar in sommige bundels zijn de kaften van het blad afwezig. Het blad zelf is voor een leek weinig interessant te lezen en de beschreven informatie betreft vooral interne informatie over de goochelaarsgemeenschappen (de zogeheten 'Rings') met weinig grafisch interessante foto's en dito advertenties  voor shows en goochelaarsbenodigdheden. Het object scoort laag op het in de erfgoedzorg belangrijke criterium 'schoonheid'.

Toch zijn de bundels van een leeftijd die ze voor verzamelaars interessant kan maken, de vroegste uit 1947. Deze zullen echter vooral in Amerika wonen, waar de vereniging groot is. Bij een herplaatsing zal dus met name in die hoek mogelijke interesse te verwachten zijn. Echter het traject lijkt weinig kansrijk omdat een eerder contact met een vertegenwoordiger van de vereniging aangaf dat met name eventuele verzendkosten niet te overkomen zijn. Worden binnen kort tijdsbestek geen kandidaten gevonden die passen binnen het referentiekaderprofiel, dan zal deze collectie worden gerecycled.

Conclusie waardeonderzoek: De collectie heeft cultuurhistorische waarde

 

Bronnen:

Herplaatsingstraject

Gestart 20 oktober 2013.

Antiquariaat Het Beschte: geen interesse, verwijst naar boekhandel voor tijdschriften.
Boekhandel voor tijdschriften: niet gevonden.
Ebay advertentie (internationaal): geen reacties

Herplaatsingstraject gesloten op 6 december 2013

De boeken zijn uitgeschreven bij het Depot van de Dienst en overgedragen aan de gemeentelijke recyclingsdienst.

Resultaat case 02: Herplaatsing onsuccesvol. De 10 volumes van het tijdschrift zijn gerecycled. 

Case gesloten. 

zondag 27 oktober 2013

De '794 Receiver' van Philips

Case 01: Heden is aan de Dienst overgedragen een radio ontvanger met versterker van het merk Philips, type '794 Receiver', bouwjaar vermoedelijk 1979 tot 1982.

Het object in ons depot opgenomen onder de designatie case 01. In de komende periode zal de Dienst herplaatsingkansen van het object onderzoeken.

Beschrijving

Het object is een ontvanger voor radiosignaal (tuner) en versterker met de mogelijkheid externe bandspelers en grammefoon aan te sluiten. De hoofdvorm is rechthoekig, 56,5 cm breed, 13 cm hoog exclusief pootjes en 34 cm diep. De kast bestaat uit 8 mm dik spaanplaat met donkerbruine houtlaminaatprint. De voorkant is met metaallaminaat bekleed in de kleur aluminium of staal. Aan de bovenzijde van de kast zit een rooster van 9,5 x 46 cm en aan de onderzijde zitten 4 1,5 cm hoge pootjes. Het gewicht is ongeveer 9000 gram (De Dienst wacht nog op levering van een accurate weegschaal.)

De voorkant van het apparaat bevat 20 knoppen en regelaars, twee meters met de bijschriften 'tuning' en 'preset' een venster met naaldaanduiding voor de zenderkeuze FM, MW, LW, een jack-ingang voor hoofdtelefoon en het lampje 'FM stereo'. De achterzijde bevat een netsnoer van 1,60 m en 11 poorten voor speakers, antenne en toevoer van extern signaal 'Moni.b', 'Tape-B', 'Tape-A, 'PU' en een drukknop 'system 3-head - 2-head'.

Het apparaat werkt, maar heeft enige storing in de volumeknop.




Gebruikssporen

  • Aan de bovenzijde is in zwarte viltstift de postcode van de eerste gebruiker aangebracht;
  • Op de achterzijde zijn stickers aangebracht die  vermoedelijk corresponderen met stickers op kabels van de speakers en taperecorders;
  • De bedieningsknoppen vertonen geen zichtbare sporen van gebruik, maar het hele apparaat is enigszins stoffig en vettig;
  • De eerste gebruiker van het apparaat is bekend.

Bronnenonderzoek

  • Op http://freeservicemanuals.info/ is de originele servicehandleiding uit 1981 in PDF-vorm aangetroffen. Hierop zijn alle onderdelen en printplaatelementen met typenummer afgebeeld: Service Manual;
  • Op het www zijn vele foto's, vermeldingen en zelfs video's over het apparaat te vinden, zoals deze: http://youtu.be/lQhMdcg51Wk.

 

Erfgoedstatus

  • De Dienst heeft contact opgenomen met Het Philips Museum Eindhoven over het object. Zij beschikken echter niet over aanvullende informatie.
Voorlopige conclusie:
Het object 01 is niet zeldzaam en onder verzamelaars welbekend. Het wordt door sommigen zeer gewaardeerd om zijn 'slagschip' achtige grote voorkomen (19 inch breed, later schakelde Philips over naar een smallere standaardmaat) en de displays die in een verduisterde kamer fraai oplichten met meters met bewegende naalden. Er is nog sprake van echt design, een kwaliteit die in de jaren 80 en 90 bij de elektronicafabrikanten verloren zal gaan. De waarde op grond van het criterium 'Schoonheid' is wat dit betreft hoog te noemen. Apparaten als deze worden niet meer gemaakt.

Het betreft -waarschijnlijk- ook een in Nederland gefabriceerd product. Ook dat geeft extra waarde aan het object.Uit internetonderzoek blijkt dat hobbyisten en zelfs musea bestaan die zich inzetten voor het werkend houden en conserveren van dit soort Philips producten uit de jaren 70 en 80.

De eerste eigenaar is bekend, wat binnen de Dienst een extra waarde geeft, maar waarschijnlijk geen rol speelt voor toekomstige eigenaars bij herplaatsing.

De collectie heeft cultuurhistorische waarde: onze conclusie is dat het object een herplaatsingstraject waard is. Bij succes wordt het object uit het depot van de Dienst overgedragen. Slaagt het traject niet, dan zal het object worden gerecycled.

 

Herplaatsingtraject


Gestart 27-11-2013 via Marktplaats  http://www.marktplaats.nl


Op 30 november is object 01 overgedragen aan een verzamelaar uit Huissen, die via Marktplaats de advertentie zag. "Deze gaat helemaal uit elkaar" lichtte de verzamelaar toe: "Ik haal de kap er af en de elektronische componenten er uit, het frontje komt in vele onderdelen los uit het apparaat. Alles wordt gestoft, gerepareerd en alle condensatoren worden vervangen. Als ik er mee klaar ben is het apparaat als nieuw!" Bij doorvragen naar de motivatie van de verzamelaar antwoord hij: "Gewoon een hang naar de kwaliteit van vroeger. Ik werk in de verkoop en ik kan je vertellen dat apparaten niet meer gemaakt worden op duurzaamheid. Ze worden juist gemaakt op beperkte levensduur: er is precies uitgerekend dat al die moderne rommel nog maar 3 jaar mee gaat en dan ben je toe aan een nieuwe, want de de productie moet wel blijven draaien. Zo'n Philips tuner uit 1980 kostte meer dan een dag om in elkaar te zetten, maar zie nu, 35 jaar later, hij doet het nog steeds. Vergelijk dat eens met die rommel die in de fabriek in 20 seconden in elkaar wordt geprut. Voor mij is het hobby, maar wel een beetje uit de hand gelopen."

Case 01 resultaat: herplaatsing succesvol.
Case 01 gesloten 30-11-2013